Over Oostum

Oostum


Oostum: een unieke plek in het Groninger landschap.
Hoe dan? Oostum is een beschermd dorpsgezicht en de wierde is een archeologisch rijksmonument. En het Reitdiepdal waarin het ligt behoort tot de oudste cultuurlandschappen van Europa. We nemen je graag mee in de verhalen over het ontstaan, de opgravingen, het middeleeuwse kerkje de bewoners en alles wat wij hebben verzameld over deze plek.

Het ontstaan


Het landschap is beginnen te ontstaan in het Holoceen, het tijdvak dat zo’n 11.700 jaar geleden begon. Wellicht kan het worden voorgesteld als een soort waddengebied. Er waren perioden dat het zeeniveau sterk steeg, maar ook perioden dat er gedeelten droog kwamen te liggen. Op een natuurlijke manier ontstonden er zogeheten kwelders. In de 6e eeuw voor Chr. lag een er kwelderzone, waar zich mensen vestigden op de wat hoger gelegen oeverwallen. Ze bouwden daar vlaknederzettingen. Oostum is een van die plekken waarbij sporen zijn aangetroffen dat er in die tijd, dus de 6e eeuw voor Chr. al sprake was van menselijke activiteit en mogelijk bewoning. Om droog te blijven werd een vloer van klei bovenop het ontgonnen veen aangelegd. Hierop werd een woonstalhuis gebouwd. Door toename van de bevolking werden afzonderlijke huiswierden met elkaar verbonden tot dorpswierden. Bekend is de wierdenreeks in Middag op de zuidelijke en westelijke oever van de toenmalige Hunze: de Paddepoel, Oostum, Garnwerd, Ezinge, Aalsum. In de loop van de 2e eeuw v.Chr. breekt de zee met meer geweld het kweldergebied binnen en begint de zeespiegel te stijgen. Als gevolg daarvan worden sommige vlaknederzettingen verlaten terwijl andere worden opgehoogd en uitgroeien tot wierden (of terpen), die de volgende fase van de bewoningsgeschiedenis vormen.

Wierden


Aan de vorm van een wierde kan al enigszins worden gezien in welke periode hij is ontstaan. De oudste vorm type kenmerkt zich door een straalsgewijze of radiale verkaveling. Dit type stamt volgens oudheidkundig bodemonderzoek al uit of zelfs van kort voor de Romeinse Tijd. Het tweede type wierde heeft een vierkante of rechthoekige indeling van het terrein gekregen. Dit type komt vooral tot ontwikkeling in de eeuwen na het begin van de jaartelling. Een derde type wierde kenmerkt zich door een langwerpige vorm. Bij deze wierden is het agrarische karakter naar de achtergrond gedrongen en is vooral de handelsfunctie van belang. Deze handels terpen of -wierden worden op zijn vroegst in de 7de of 8ste eeuw gevormd. De wierde van Oostum lijkt een mengvorm van de eerste twee typen te zijn. De westelijke helft van de wierde is radiaal ingedeeld, waarbij de ronde grondvorm van de heuvel aan de voet tot uitdrukking komt. Oostum is een van de vier terpen die door Van Giffen wordt genoemd in verband met het aantreffen van restanten van de oeros, die omstreeks de jaartelling in Noord Nederland wordt aangetroffen.(3)

Wierde of terp: wat is het verschil?


Heel simpel: de naam. In beide gevallen gaat het om een kunstmatige heuvel, opgeworpen om bij hoogwater een droge plek te hebben. Het woord terp is een Friese variant van "thorp" (dorp), dat in vele varianten van het Oudgermaans voorkomt (Gotisch: thaurp). Berendsen (2005) stelt dat het Groningse woord wierde eigenlijk een betere benaming is dan terp, omdat het eerste 'woonheuvel' zou betekenen en het tweede 'dorp'. De etymologie van het woord wierde (dat mogelijk op meerdere woorden teruggaat) is volgens het woordenboek de Nederlandse taal echter onzeker en zou eerder samenhangen met het woord 'weren' (zich verdedigen) (4)(5)

Middag


In de vroege middeleeuwen (na 700) sloeg de zee grote stukken land weg in de al aanwezige kwelders ten noorden van Noordhorn. Zo ontstonden en schiereiland “middag” en zelfs een eiland: “Humsterland”. Oostum lag aan de meest oostelijke kant van het schiereiland (zie kaartje). De naam Middag is een verbastering van "Midage", dat is de Oud-friese vorm van "mid-oog", met de betekenis "middelste (schier)eiland". Wat in het Middelnederlands en -nederduits oog heette was in het Fries van die tijd âge of âch, vandaar die vorm Midd-ag. Men sprak tot ca. 1350 nog Fries in de Ommelanden.

De naam Oostum


Oostum komt in de 11e eeuw voor in de “werdense registers” als in Astne(m), wat wordt verklaard als een samentrekking van de woorden ast ("oost") en hem ("heem") met als betekenis "oostelijk gelegen woonplaats". We hebben geen verklaring gevonden voor waar het dan ten oosten van ligt, maar wellicht is het ter aanduiding dat Oostum aan de oostkant van het schiereiland Middag lag.

En verder


Hierboven staat de basisinformatie over Oostum. Zoals genoemd nemen we je graag mee in meer verhalen over het ontstaan, de opgravingen, het middeleeuwse kerkje de bewoners en alles wat wij hebben verzameld over deze plek. Dat gaat even duren om de site te vullen want we hebben nog al wat. Je kunt je hier inschrijven om op de blogs te volgen en op de hoogte te blijven als er nieuwe informatie op de site wordt geplaatst.